Op bezoek bij De Vaeren: 'Leef in het hier en nu, van dag tot dag.'
De stem van de bewoner: eigenlijk moet die altijd centraal staan, in de praktijk in plaats van de theorie, in elke vorm van ouderenzorg. Maar ook in de media, die de hele sector vaak over 1 kam scheren, zonder ruimte voor de vele positieve geluiden. Of de vele authentieke verhalen die dit vooruitgangsklimaat bevestigen, zeker van de bewoners zelf. WZC De Vaeren in Reet, lid van de internationale Koriangroep, schuift alvast een straffe dame van 86 naar voren: Florence Goossens. De Vaeren kwam al meermaals in het nieuws met haar bekendste bewoner: Roger Lybaert. Vandaag staan de vrouwen dus in de spotlights, met Florence en – uiteindelijk ook – haar goede vriendin Magda Schuermans.
Persoonlijke & doordachte keuze
Florence zette zelf de stap naar De Vaeren: ‘Omdat ik thuis niks meer kon, ik was totaal op. Het Wit-Gele Kruis kwam dagelijks, de poetsvrouw ook, maar als de deur dicht gaat is het gedaan. Dan zie je niemand meer. Dus ging ik met mijn dochter naar een paar woonzorgcentra kijken, ook hier. Ik kwam binnen, deze kamer was vrij en ik heb diezelfde vrijdag meteen getekend. De maandag erop ben ik verhuisd. Nele, de toenmalige directrice, had dat nog nooit meegemaakt. Mijn zonen wisten trouwens van niks, ze zeiden ‘wat doe je nu, kom je niet meer naar huis?’ Mijn kinderen hielpen me echt met alles: ze deden mijn was, ze kookten voor me… Maar deze beslissing moest ik voor mezelf nemen, als je niet meer kunt dan kun je niet meer. Ik was ook al een paar keer gevallen en geopereerd. En mijn kinderen hadden al genoeg om handen.’
Sterke vrouwen en vriendschappen
Florence is een geboren Aalsterse. ‘In ’49 kwamen we naar Niel, maar ik heb hier nooit graag gewoond als stadsmens. Ik ging mee in de zaak van mijn ouders, naast mijn taak als huismoeder. Mijn man overleed al op z’n 66e: hij had een bloedziekte die jaren zorg vroeg.’ Het leven als weduwe bracht geen leegte: ‘Ik verveel mij niet. Mijn vriendin Magda, die de ziekte van Parkinson heeft, komt altijd naar mij en ik ga eens naar haar. Ik zat met mijn dochter in de eetzaal en Magda liep daar, zoekend naar een luisterend oor. Zo raakten we spontaan aan de babbel, het is precies of dat zo moest zijn. Er is niet echt iets dat haar nog interesseert, het geheugen is niet meer wat het was. Dat is heel hard maar ik probeer haar toch wat op te monteren. En wandelen? Ja, maar alleen met mijn rollator of met de rolstoel als de kinderen hier zijn. Je kunt niet meer doen dan je best.’
Uitstapjes blijven doen
Toch blijven uitstapjes perfect mogelijk. ‘Die zijn altijd in orde: Viviane van De Vaeren regelt dat allemaal, van reisjes tot etentjes. Gisteren zijn we naar visvijver De Karper in Niel geweest, dat was plezant. Mijn zoon is een visser en mijn vader viste ook, maar ik had nog nooit de visvijver gezien. De vissers van de club waren er, we deden een praatje met de oud-voorzitter en zijn vrouw, die verblijven hier trouwens ook. Ik schrijf me ook in als we naar het park gaan of eens winkelen in Sint-Niklaas, mijn dochter gaat soms mee en dan blijven we er eten. Mijn kleinkinderen? Die bellen of komen op bezoek, ik mag niet klagen. Ik heb er 5 en heb ze allemaal opgevangen toen ze klein waren. Ja, ik ben content over mijn leven: met mijn man en onze kinderen naar Spanje, Italië, Frankrijk… Zolang ze niet schoolplichtig waren ging ik jaarlijks een maand naar zee, toen kwamen ze weer af. Ik heb wat afgekookt hoor (lacht).’
Alles kan altijd beter
Over koken gesproken: er is wat culinaire WZC-kritiek. ‘De manier hoe de worteltjes worden klaargemaakt, ik heb dat nooit zo gegeten. De snijboontjes in botersaus zijn wel goed, net als de crème glace. En ja, de jongeren die stage lopen moeten het evenzeer leren, ik heb daar geduld mee. Behalve als ze me behandelen als een nummer: laat het dan maar. Het is natuurlijk zwaar werk en die dingen gebeuren overal. Maar als het personeel zijn best doet moet je dat ook erkennen. En als er iets is zeg ik het tegen de persoon in plaats van te gaan klagen. Florence is een mondige bewoner, net als haar bekende collega Roger Lybaert: ‘Hij is zeker bij de pinken, dat is een hele goede en bekwame mens. Hij helpt de mensen en is vriendelijk. Elke maand is er een gespreksgroep voor en door bewoners, die hij mee leidt.’
Appreciatie en acceptatie
Florence zoekt minder de schijnwerpers op. ‘Ik ben meer op mezelf en heb me vroeger vaak geëngageerd, onder meer in de vrouwenbeweging. Maar het is mooi geweest. Nu lees ik een boek of kijk ik tv, in het begin deed ik veel breiwerk maar dat lukt niet meer. En soms ga ik naar de boerderij achteraan: daar is het schoon zitten maar het weer moet goed zijn.’ Plots zwaait de deur open en zien we een verbaasd gezicht: Florences goede vriendin Magda. ‘Ik ga je een stoute vraag stellen: hoe jong schat je mij? Wel: ik ben 80, veel te jong, maar ik kwam hier 3 jaar terug binnen met Parkinson. Ik noem dat de bibberziekte (Florence lacht). Volgens de dokter kon ik niet meer alleen blijven: de kinderen hebben toen gekozen voor De Vaeren. Als je een goede tijd hebt beleefd en plots word je wakker in deze situatie, is dat een hele grote schok.’
Optimisme als levensader
Florence heeft ook Parkinson: ‘Ze waren er op tijd bij, met 3 pilletjes per dag houd ik goed stand.’ Magda luistert aandachtig: ‘Jij bent een optimistisch type hé’. Florence lacht: ‘Ik zeg altijd dat je moet leven in het hier en nu, van dag tot dag, dat is het beste wat je kunt doen.’ Magda: ‘Het is van ’75 geleden dat ik de zee nog zag, daar ben ik jaloers op. Maar ik heb Florence nog en mijn dochter: moest ik bij haar wonen zou ik ‘anders’ zijn.’ Florence blijft haar vriendin moed inspreken: ‘Het is toch ook zo Magda: al een geluk dat we zo’n schone kleren hebben. Je moet leren om ze nu aan te doen, niet later. Voortdoen zoals je vroeger was, er het beste van maken en van de kleine dingen genieten.’
Realisme als levenseinde
Op de vraag wat de dames nog wensen krijgen we een eensgezind antwoord. Magda: ‘Niet te veel pijn hebben. Ik moet geen 100 jaar worden, de kwalen die je dan hebt hé. Mijn leven moet niet gerekt worden met medicatie. Je bent anders een last voor de gemeenschap, je familie en jezelf. ’Florence knikt: ‘Dat is zo. Bij mij is het net als bij Magda getekend, dat ze geen apparaten moeten aanleggen als het zover is.’
Conclusie na dit bijzondere gesprek? Er staat duidelijk geen leeftijd op straffe madammen, die weten wat ze willen en… niet willen: respect.
De Vaeren is 1 van de voortrekkers in het BelRAI pilootproject. Benieuwd naar de resultaten van dit project? Kom naar Smart Care 2021 voor een update door projectleider Ludo Vanderaspoilden.
Comments